Er staat een (1) achter de titel, want voor mij is pijn een verschijnsel met heel veel perspectieven. Dus waarschijnlijk zullen er nog wel meer aantekeningen volgen met deze titel.
Mensen vragen mij weleens hoe ik omga met de pijn. Het korte antwoord is: wisselend.
Pijn is iets wat al tientallen jaren speelt. Zo tussen mijn 25e en 40e is het steeds meer mijn leven gaan blokkeren. Althans, zo voelde dat voor mij. Ik kon steeds minder, verloor mijn baan, en de verzekeringsarts maakte duidelijk dat ik niet op terugkeer naar werk hoefde te rekenen. Het voelde alsof ik in de verkeerde film was beland.
De dagelijkse pijn was één grote worsteling. Ik weet nog dat ik een keer zo ongelofelijk kwaad was, dat ik servies tegen de muur wilde gooien, maar besefte dat dat niet lukte. Door de pijn kon ik niet goed uithalen om de borden tegen de muur te smijten. Dit verhoogde mijn woede alleen nog maar meer. Maar ook mijn radeloosheid, het gevoel opgesloten te zijn, het gevoel slachtoffer te zijn. Het was niet alleen de pijn zelf, maar ook de gevolgen die het had. Eigenlijk was ik één brok weerstand. Dit was zó wat ik niet wilde.
Een paar jaar later stond ik op een maandagochtend met moeite de was over een droogrek te hangen. Veel sokjes en broekjes van mijn twee peuters. Ze waren naar de crèche, omdat de Fries die middag en avond zou werken. Zonder zijn hulp of die van anderen kon ik niet langer dan een paar uur voor mijn kinderen zorgen. Terwijl ik daar stond voelde ik alleen maar frustratie en een zwart gat, omdat ik mij niet uit kon drukken. Geen werk, geen carrière, geen deskundigheid opbouwen, geen ontwikkeling, geen cursussen. Alleen maar sokjes ophangen! “Is dit nou mijn leven?”, vroeg ik wanhopig aan de Fries. “Ja, Ien, dit is je leven”. Ik was compleet met stomheid geslagen. Hoe kon hij zo iets hards zeggen? Maar ik voelde ook dat zijn reactie exact in de roos was, hoewel ik er lang, heel lang op heb moeten kauwen om het te verteren.
De Fries heeft niets met zen. Hij leeft gewoon zijn leven, op zijn eigen manier. Maar deze uitspraak was zo honderd procent zen! Inderdaad, dit is mijn leven. Dit is precies zoals het is. Dit is de situatie en van hieruit heb ik te handelen. Van hieruit beweeg ik. Niet vanuit een bepaald plaatje in mijn hoofd. Niet vanuit hoe het zou moeten zijn. Niet vanuit ‘ja, maar…’
De vraag is: kan ik opgaan in déze situatie? Kan ik buigen voor wat is, zonder ook maar iets te amputeren uit mijn leven? Buigen, niet als een slachtoffer, maar vanuit vertrouwen. Het vertrouwen dat dit precies klopt, wat het ook is. Eenvoudigweg omdat het de realiteit is.
Het is jarenlang een grote koan geweest voor mij. En nog steeds kan ik er door overvallen worden.
Hoe kun je ‘ja’ zeggen tegen iets wat je niet wilt? Hoe kun je je weerstand loslaten? Mijn ervaring is dat dit niet kan, hoe graag ik dat ook wilde. Want op een gegeven moment voelde ik wel dat ik op een doodlopende weg zat waarbij ik alleen maar tegen een muur opliep. Telkens weer. Maar ‘ik’ kan niet loslaten, ‘ik’ bepaal dat niet. Dat is juist het paradoxale. Het enige wat ik kan doen, is ervaren wat er nu is. Hoe onverteerbaar dat ook is. Ja zeggen tegen de weerstand die ik voel. In m’n lijf tasten hoe dat is. Eigenlijk is dat het enige waar het over gaat: in je lijf blijven. Want daar manifesteert zich wat er is. Ben ik bereid om te ervaren, nieuwsgierig te zijn, open te zijn, zonder etiketten te plakken en zonder te weten?
“Zolang ik een onderscheid maak tussen dit wel en dat niet, is er een groot probleem.”
Mijn neiging was echter om erover na te denken en te leven in de zogenaamde realiteit van mijn gedachten. Gedachten over de uitzichtloosheid, analyses over wat er verkeerd ging, plannen om de situatie te veranderen, rampscenario’s over de toekomst.
Door dit te doen maak ik een scheiding en ben ik los van de ervaring. Ik sta niet met beide voeten in mijn leven. Ervaren doe ik met mijn lijf. Tastend. Dan kan ik opmerken dat ik bepaalde gebieden afsluit. Ik laat niet toe wat er is, maar probeer stukken weg te duwen. Eigenlijk zeg ik dat er niet mag zijn wat er is. Wat totaal absurd is. Want hoe kan ik van iets dat er al is, bepalen dat het er niet mag zijn? Hoe harder ik het er uit wil gooien, hoe duidelijker het wordt dat ook dit een deel van mij is. Echter, zolang ik een onderscheid maak tussen dit wel en dat niet, is er een groot probleem.
Stap voor stap, jaar na jaar is er verschuiving opgetreden. Niet door mij. Ik zou haast zeggen, ondanks mij, is er openheid gekomen. Is er minder weten en meer mysterie. Ja, dit is mijn leven. Dat betekent niet dat er geen frustratie meer is. Er zijn dagen dat ik grijs door het huis sjok. Dat ik me beklaag tegenover de Fries. Dat ik ronduit zit te sjimpen, omdat ik niet meekan naar een schaatswedstrijd waar het hele gezin met aanhang naar toe gaat. En toch, dit is het, ook dit is mijn leven!