Waar zijn de vrouwen?
Nadat het zenboeddhisme zijn weg naar het Westen had gevonden, begonnen mannen en vrouwen samen te beoefenen in dezelfde kloosters en mediteerden zij zij aan zij in dezelfde zendo. De traditie van overdracht van leraar op leerling werd voortgezet, evenals de boeddhistische diensten, rituelen en ceremonies. Toch begon het steeds meer te wringen dat in deze context uitsluitend mannelijke voorouders en patriarchen werden genoemd. Ook de verhalen, koans en teksten draaiden vrijwel uitsluitend om mannelijke beoefenaars, zenmeesters en monniken. De vraag rees: waar zijn de vrouwen in de geschiedenis van zen?
Uit de vergetelheid
In de laatste decennia van de twintigste eeuw begon er langzaam meer aandacht te komen voor de vrouwelijke voorouders. Oude teksten werden vertaald en bestudeerd, en onderzoek naar vrouwelijke dharma-opvolgers werd opgestart en uitgevoerd. Stap voor stap werd duidelijk dat er in de geschiedenis niet alleen mannelijke, maar ook vrouwelijke beoefenaars en zenmeesters zijn geweest. Van een aantal werd achterhaald wie zij waren, in welke omstandigheden zij leefden en hoe hun onderricht eruitzag.

Aan het eind van de jaren negentig werden binnen verschillende sangha’s in Noord-Amerika lijsten samengesteld met namen van vrouwelijke voorouders. Regelmatig werden deze namen gereciteerd tijdens boeddhistische diensten van de betreffende sangha’s. In 2006 verscheen het boek Women of the Way van Sallie Tisdale, met verhalen over vrouwelijke voorouders uit de afgelopen 2500 jaar. Achterin het boek werd een tekst opgenomen, inclusief een namenlijst, bedoeld voor gebruik in boeddhistische diensten.
Enkele jaren later, in 2009, volgde een ander belangrijk boek dat bijdroeg aan de bekendheid van vrouwelijke voorouders binnen zen: Zen Women: Beyond Tea Ladies, Iron Maidens and Macho Masters van Grace Schireson. Dit boek bevat uitgebreide informatie over Chinese, Koreaanse en Japanse vrouwelijke beoefenaars door de eeuwen heen, evenals een document met een vrouwelijke voorouderlijn.
Officiële vaststelling
De officiële erkenning voor vrouwelijke voorouders kwam in 2010 met de vaststelling van het Zen Women Ancestors Document door de Soto Zen Buddhist Association (SZBA) in de Verenigde Staten.
Aanleiding voor het samenstellen van dit document was de voorbereiding van een jukai ceremonie in 2007 binnen de Salt Spring Zen Circle in British Columbia, Canada. Tijdens deze traditionele ceremonie ontvangt iemand de boeddhistische geloften. Tevens wordt een document uitgereikt met de zogeheten voorouderlijke bloedlijn – de lineage – die terugvoert tot de Boeddha. Rowan Percy, een van de mensen die jukai zou ontvangen, besprak met haar leraar Eihei Peter Levitt Sensei dat ze de vrouwelijke voorouders miste, aangezien in deze lineage alleen namen van mannen staan. Dit gesprek was het begin van het samenstellen van een document met vrouwelijke voorgangers, van de tijd van de Boeddha tot het heden. Rowan was de eerste die dit document ontving tijdens haar jukai.
Het document werd vervolgens verder uitgewerkt en onderbouwd tot het huidige Zen Women Ancestors Document. Het ontwerp van de cirkel, waarin alle namen van vrouwelijke voorouders zijn verwerkt, werd gemaakt door Barbara Cooper.
- Chanting names once forgotten – Lion’s Roar
- Women acquiring the essence – Wendy Egyoku Nakao in ‘Sakyaditha’, 2008
- Lost stories – Sallie Tisdale in ‘Tricycle’, 2002
- Female Ancestors of Buddhism – TheTyee
- Women’s Lineage Papers – Peter Levitt
- Roused from a dream – Tricycle