Vernoemd
Het is onbekend in welk jaar Ryonen geboren is, maar ze zou ca. 35 jaar jonger zijn dan Eihei Dogen, die van 1200-1253 leefde en uiteindelijk haar zenleraar werd. Dit betekent dat Ryonen rond 1165 is geboren.
Ryonen is de Japanse vorm van Liaoran. Ze is waarschijnlijk vernoemd naar de vrouwelijke zenmeester Moshan Liaoran, die in de 9e eeuw in China leefde. Moshan Liaoran was de eerste vrouwelijke zenmeester die erkend werd en opgenomen is in de Chan-transmissielijn.
Er is weinig bekend over Ryonen. Maar als we de summiere stukjes die waarschijnlijk bij haar horen, samenvoegen, dan komt er toch een beeld naar voren.
Tijdsbeeld
Ryonen groeide op in Japan tijdens de overgang van de Heian-periode (794-1191) naar de Kamakura-periode (1192-1333). Een belangrijke verandering hierbij was de overgang van een keizerlijk naar een militair bestuur. Het werd de tijd van het shogunaat en de samurai, de elite krijgers.
Er is veel geschreven over shoguns en samurai, maar hoe zag het leven eruit voor de gewone mens en voor vrouwen? Dat we verder niets weten over Ryonen kan namelijk een indicatie zijn dat ze niet uit de hogere aristocratische kringen kwam, maar uit een meer alledaags milieu. Het grootste deel van de bevolking – sommige bronnen noemen 90% van de bevolking – bestond in die tijd uit boerenfamilies. Als ze opgegroeid is in dit milieu, hoe zag het leven er dan voor haar uit?
Japan was in die tijd een eenvoudige maatschappij in vergelijking met bijvoorbeeld China. China was een land van grote ontwikkeling, met uitvindingen op allerlei terreinen. Via de zijderoute werd met allerlei landen handel gedreven waardoor er een vruchtbare kruisbestuiving was van allerlei culturen.
Japan echter was een vrij geïsoleerde eilandengroep. Tot halverwege de 19e eeuw was het een feodale maatschappij, een samenleving gebaseerd op een stelsel waarbij leenmannen trouw beloofden aan hun leenheer. In ruil hiervoor kreeg de leenman een stuk land waar hij het beheer over had, en trok hij ten strijde voor de leenheer als er conflicten waren met buitenstaanders. Het bewerken van het land werd gedaan door boeren, die een deel van de opbrengst moesten afstaan aan de leenmannen. Zowel leenmannen als leenheren werden flink rijker van dit systeem, in tegenstelling tot de boeren.
Wat duidelijk wordt bij de beschrijving van het leenstelsel, is dat mannen en heren de samenleving bepaalden. De vrouw werd door mannen gezien als tweederangs. Haar rechten en mogelijkheden varieerden enigszins door de eeuwen heen, maar hoe dan ook was de vrouw altijd ondergeschikt aan de man.
Eeuwenlang was er sprake van een tekort aan arbeidskrachten om het land te bewerken. Dit had als gevolg dat het de norm was om veel kinderen te krijgen, want daarmee had je meer handen. Maar de kindersterfte was hoog: de helft van de kinderen stierf voor het vijfde jaar. Bij elkaar heeft dit er waarschijnlijk toe geleid dat vrouwen in de tijd van Ryonen een groot deel van hun vruchtbare leven zwanger waren en kinderen baarden.
Huizen voor de boerenfamilies waren over het algemeen eenvoudig, vochtig en koud. Kleding was gemaakt van hennep of ramie (een soort brandnetel) en bood weinig warmte en comfort. Voedsel was schaars en meestal was er te weinig eten. Steden zoals Kyoto of Nara waren zeer onhygiënisch, waardoor ze broedplaatsen waren voor ziektes waarbij veel mensen stierven.
Naar verhouding werd er niet veel gereisd, omdat het land erg bergachtig is en je daardoor niet makkelijk grote afstanden af kon leggen in die tijd. Vanwege dit probleem met reizen, lijkt het waarschijnlijk dat Ryonen op het centrale eiland Honshu is geboren, in de buurt van Kyoto, omdat bekend is dat ze later in haar leven in kloosters rondom Kyoto heeft gewoond.
Hongersnood, natuurrampen en oorlog
Toen Ryonen 15 à 20 jaar was, heerste er een grote hongersnood (1181-1182) veroorzaakt door afwisselend extreme droogte en overstromingen. De situatie verergerde nog, omdat er een epidemie overheen kwam. Tegelijkertijd werd het eiland getroffen door verwoestende natuurrampen, zoals een tyfoon en een aardbeving, die veel slachtoffers eisten en grote schade aanbrachten. Bovendien ging de overgang van keizerlijk bestuur naar militair bestuur gepaard met een 5-jarige oorlog (Genpei oorlog 1180-1185).
Verslagen uit die tijd schetsen een rampzalig beeld van droge rijstvelden, wanhopige mensen die naar de provincies vluchten, steden geplaagd door berovingen en brandstichting, straten bezaaid met achtergelaten kinderen, en massa’s rottende lijken op de openbare wegen.
Al met al een heftige tijd, zeker op het centrale eiland Honshu waar Ryonen leefde.
Daruma zen
Ryonen is op een gegeven moment non geworden. Is ze getrouwd geweest? Had ze kinderen? Nergens wordt er iets vermeld over haar eerdere wereldse leven. Wat we wel weten is dat ze lange tijd bij de Daruma-school heeft beoefend en daar ook gewijd is. De Daruma-school wordt door sommigen gezien als de eerste zenschool in Japan.
Nadat het boeddhisme in de 6e eeuw naar Japan was gekomen, met de vrouw Zenshin als eerste boeddhist, werd het enige decennia later officieel als religie erkend. In de eeuwen daarna ontstonden meerdere stromingen. Vaak wordt Eisai genoemd als degene die het zen boeddhisme in Japan heeft geïntroduceerd. Een aantal jaren voordat Eisai in 1191 uit China kwam, was Dainichibo Nonin al begonnen met een zenschool gebaseerd op het chan boeddhisme. Deze school was succesvol en daarom niet geliefd bij de traditionele boeddhistische scholen.
Ryonen beoefent lange tijd bij de Daruma-shu en ze laat zich daar ook wijden. Als non had ze echter te maken met allerlei beperkingen. Vrouwen zouden niet het vermogen hebben om verlichting te bereiken, en werden beperkt ondersteund bij beoefening en bestudering van de leer. Er waren ook diverse restricties voor nonnen binnen het functioneren in de gemeenschap. Zo was de toegang tot de berg Hiei verboden terrein voor vrouwen. Deze heilige berg was het centrum voor allerlei ceremonies en bijeenkomsten van verschillende boeddhistische scholen, maar vrouwen en nonnen mochten hier dus niet bij aanwezig zijn, laat staan aan deelnemen. Zijn deze beperkingen voor Ryonen de reden geweest dat ze uiteindelijk opstapt en naar zenmeester Eihei Dogen gaat die veel ruimere opvattingen heeft over vrouwen en beoefening?
Dogen
Ryonen wordt leerling van Dogen. Ze is inmiddels 60 jaar en een oude vrouw voor Dogen die zo’n 35 jaar jonger is. Dogen was geboren in 1200 in een aristocratisch milieu. Zijn ouders bekleedden allebei een hoge functie aan het hof. Zijn vader overlijdt als hij 2 jaar is, en zijn moeder overlijdt als hij 7 is. Zijn moeder wil heel graag dat hij monnik wordt en op haar sterfbed belooft Dogen haar wens in te willigen.
Tijdens zijn spirituele zoektocht verblijft hij een aantal jaar in China (1223-1227). Hij bestudeert en praktiseert bij de Caodang school van het chan boeddhisme waarbij zazen, zitmeditatie, het belangrijkste onderdeel van de beoefening is. In China ziet hij dat vrouwen veel gelijkwaardiger worden behandeld binnen de boeddhistische traditie dan in zijn eigen land. Zo hebben mannelijke zenmeesters vrouwelijke leerlingen, zijn er nonnen en nonnenkloosters, vrouwelijke zenmeesters, en nóg opvallender: deze zenmeesters onderrichten niet alleen aan andere vrouwen maar hebben ook mannelijke leerlingen.
Op zijn 27e gaat Dogen terug naar Japan waar hij soto-zen onderricht gaat geven, de Caodong traditie zoals hij die in China gestudeerd heeft. Korte tijd later sluit Ryonen zich bij hem aan. Ze is één van zijn eerste leerlingen.
Dogen over vrouwen
Het feit dat Dogen een veel ruimere kijk had op vrouwen, hun beoefening en de mogelijkheid van ontwaken door vrouwen, komt ook terug in zijn geschriften: Zo zegt hij in Raihai tokuzui:
‘Wat is er zo uitzonderlijk aan om als man geboren te worden? Ruimte is ruimte; vier elementen zijn vier elementen; vijf skandha’s zijn vijf skandha’s; het onderscheid tussen mannen en vrouwen is ook zo. Beide geslachten bereiken verlichting. Waar je respect voor moet tonen, is de persoon die verlichting bereikt; of deze persoon mannelijk of vrouwelijk is, doet er niet toe.’
In een andere passage zegt hij:
‘Welke fouten hebben vrouwen? Welke deugden bezitten mannen? … Zeg eens, je belooft niet naar vrouwen te kijken, en toch reciteer je: “Levende wezens zijn talrijk, ik beloof ze allemaal te redden.” Sluit je toevallig vrouwen uit van de categorie “levende wezens”? Zo ja, dan ben je geen bodhisattva, en oefen je geen mededogen uit. Het idee om vrouwen te vermijden om naar te kijken is niets anders dan de woorden van dronken waanzin uitgesproken door sravakas.’
Ook trekt hij fel van leer tegen de regel dat nonnen aloude heilige bergen van het boeddhisme niet mochten betreden. Evenals tegen het gebruik dat bepaalde terreinen van een tempelcomplex verboden zijn voor nonnen:
‘Er is een lachwekkende praktijk die uniek is voor Japan. Ze markeren namelijk een bepaald gebied en noemen het het heilige rijk of de zaal van religieuze praktijk, waar het voor nonnen en vrouwen verboden is om te komen. Deze gewoonte wordt al eeuwenlang zonder enige vraag naar de geldigheid ervan toegepast.’
In China heeft Dogen kennisgemaakt met vrouwelijke zenmeesters uit de geschiedenis van Chan. In zijn geschriften noemt en bespreekt hij een aantal van hen, zoals Zongji, Moshan Liaoran en Miaoxin. Ook de oude eenvoudige theevrouw die met haar diepe inzicht een groot geleerde als Deshan met een mond vol tanden laat staan, passeert de revue. Dogen vertelt over hen om iedere keer weer duidelijk te maken dat het onzinnig is om vrouwen als minderwaardig te zien. Hij hamert er telkens weer op dat vrouwen en mannen gelijkwaardig zijn, dat beide geslachten tot ontwaken kunnen komen, dat beide boeddha-natuur zijn, en dat een monnik dient te luisteren naar iemand die wijzer is, ongeacht of het een man of een vrouw, een kind, een kloosterling of een leek is.
Ook erkent hij de rol van vrouwen binnen zijn eigen land. In een tekst uit 1249 noemt hij dat de Japanse keizerin Tachibana no Kachiko als eerste zazen meditatie vanuit China geïntroduceerd heeft door de Chinese monnik Giku naar Japan te laten komen en een klooster voor hem te bouwen.
overtreffen
Dogen herkent dat Ryonen een gevorderde zen beoefenaar is. Hij is onder de indruk van de diepgang van haar begrip van de Dharma, en haar grote toewijding. Hij schrijft verschillende voordrachten – hogo in het Japans – waarin hij haar roemt. In een van de voordrachten waarin hij zich tot haar richt, zegt hij onder meer:
“Jij, Ryonen, volger van dit pad, bezit het zaad van wijsheid (prajna), en hebt van het begin af aan de veeleisende praktijk van de boeddha’s omarmd. Hoewel je een vrouw bent, ben je begiftigd met de moed van een man van groot kaliber. Je deinst niet terug voor de zware praktijk van het onderzoeken van het pad. Daarom heb ik deze preek voor jou samengesteld over het onderwerp “De intentie van Bodhidharma om vanuit het Westen te komen”. (Eihei koroku)
Dit is een voordracht die hij in 1231 of eerder geschreven heeft. Hij is dan nog maar een paar jaar terug uit China. Uit zijn bewoordingen blijkt zijn respect en de bewondering die hij heeft voor Ryonen.
“sneeuwvlokken op een gloeiend hete brandende kachel“
In een andere voordracht richt hij zich ook tot haar. Hij legt hierbij een verhaal van de Chinese zenmeester Mazu (709-788) aan haar voor. De koan gaat over ‘De geest is Boeddha’ en ‘Geen geest, geen Boeddha’. Dogen vraagt aan Ryonen wat haar uitdrukking van deze koan is. Hiermee wordt duidelijk dat hij haar als volwaardig zen beoefenaar ziet, ongeacht haar vrouw-zijn.
Een derde voordracht die hij aan haar schrijft eindigt hij met de woorden:
‘Ik sta naast je in jouw vurige vastberadenheid om dit pad te volgen, beste Ryonen. Jij, die mij verreweg overtreft in het begrip van de leer.’ (Eihei Koroku)
Indirecte bevestiging?
Dogen zegt dat Ryonen hem overtreft in het begrip van de leer. Toch heeft hij Ryonen geen transmissie gegeven, voor zover we weten. Geen enkele vrouw heeft officieel overdracht van hem gekregen. Was dat misschien een brug te ver voor Dogen die sowieso al veel kritiek te verduren had van de andere boeddhistische tradities?
Naast Ryonen waren er ook andere vrouwelijke leerlingen bij Dogen, zowel nonnen als leken vrouwen. Onder hen was de non Egi voor wie Dogen zeer veel respect had. Egi had net als Ryonen ook eerst bij de Daruma-school beoefend, en stapte in 1234 over naar Dogen. In diezelfde tijd kwamen ook haar medebroeders Ejo, Ekan en Esho vanuit de Daruma traditie naar het klooster van Dogen. Deze monniken heeft hij alle drie transmissie gegeven. Egi heeft hij niet officieel tot dharma-opvolger benoemd hoewel Dogen aan het einde van zijn leven verklaarde dat zij de dharma-zus was van Ejo, Ekan en Esho. Heeft hij hiermee indirect willen zeggen dat hij Egi in feite ook als een van zijn opvolgers zag, en haar inzicht en ontwaken bevestigd? In elk geval heeft zij Dogen op zijn ziekbed verzorgd, tot aan het einde toe. Een bijzondere positie waarmee duidelijk is, dat Dogen Egi volledig vertrouwde en zijn kwetsbaarheid bij haar durfde te tonen. Zij was er ook bij toen Dogen de laatste aanwijzingen aan zijn opvolger gaf voordat hij overleed op weg naar een dokter.
Bijzondere band
Dat de relatie met Ryonen speciaal was voor Dogen blijkt ook uit een ander schrijven van hem waarin hij vertelt over zijn beslissing van jaren terug om trouwen en een gezin te stichten op te geven. Vervolgens noemt hij de eenzaamheid die hij heeft ervaren in zijn worsteling met het doorgronden van de leer. Alles bij elkaar komt het over als een vrij persoonlijke uiting.
Even later vervolgt hij: ‘Is er iets dat niet tot poort naar begrip kan worden omgevormd? Is er een ervaring die ons begrip niet kan verlichten? Naar mijn mening delen zij die zich oprecht bezighouden met de beoefening van de leer van de Boeddha een vergelijkbare houding.’ Het is alsof hij met die laatste zin het gemeenschappelijke van hun beider beoefening bevestigt.
Dogen’s moeder is overleden toen hij nog maar zeven jaar was. Zij vroeg hem om het religieuze pad op te gaan, en niet het voor de hand liggende wereldse pad binnen de aristocratie. Dogen belooft deze wens ten uitvoer te brengen en daarmee heeft zijn moeder een belangrijke rol gespeeld. Ryonen is een oude vrouw als zij bij Dogen komt. Blijkbaar zitten zij met hun beoefening zeer op één lijn, en ervaarde hij begrip van haar. In hoeverre was zij voor hem misschien ook een soort moeder, een ouder die hem zag, die hem steunde? Wat Ryonen precies voor hem betekend heeft, weten we niet. Dát zij veel heeft betekend voor Dogen is duidelijk.
Dood van Ryonen
Dan overlijdt Ryonen. Het is een groot gemis voor Dogen die zijn intense verdriet uit in twee gedichten die hij schrijft ter nagedachtenis aan haar. Ook deze laatste gelegenheid grijpt hij aan om haar ontwaken en diepe inzicht te roemen:
“Niets is heilig in het uitgestrekte universum”
– onmetelijk was jouw begrip van deze woorden.
Het testen van jouw ontwaken
was als het leggen van sneeuwvlokken
op een gloeiend hete brandende kachel.
Ik kan het niet laten om te vragen – waar ben je heengegaan?
Wat voor maan zie jij van onder de diep azuurblauwe golven?“
Het tweede gedicht over Ryonen luidt:
“Een ijzeren plaat smelt weg [in jouw doordringend begrip]
Waar zijn 6-bladige sneeuwvlokken op neergedaald?
Zonder jou zie ik geen maan aan de hemel
die reflecteert op het diepe water
Hoe kan ik naar de maan kijken en haar leeftijd tellen?“
Terugblik
Ryonen is een bijzondere voorouder. We hebben geen geschriften van haar. Er zijn zelfs geen verhalen met uitspraken van haar. We hebben alleen teksten óver haar.
En toch, ze is van grote invloed geweest. Ze heeft haar dagelijks leven geleefd, waarbij haar ontwaakte aanwezigheid tot uitdrukking kwam. Hiermee klinkt ze door tot op de dag van vandaag.
Bronnen
- Dogen and the Feminine Presence – Michiko Yusa, 2018
- Daily Life and Demographics in Ancient Japan – William Wayne Farris, 2009
- Yowa famine – wikipedia
- The Dragon Girl and the Abbess of MoShan: Gender and Status in the Chan Buddhist Tradition – Miriam Levering, 1982
- Buddhist Renunciation and the Female Life Cycle: Understanding Nunhood In Heian and Kamakura Japan – Lori Meeks, 2010
- Dogen’s Extensive Records, Eihei Koroku – Taigen Dan Leighton and Shohaku Okumura, 2010
- From prominence to obscurity : a study of the Darumashu : Japan’s first Zen school – Vincent Breugem, 2012